Grande Tête De L'Obiou

21 juli 2008

Doel

In 5 dagen rond Obiou, met eventueel een extra dag voor de beklimming

Kaart

IGN 3337 OT


Dag 1

Derde keer goede keer. Dit jaar een nieuwe poging om rond het gebergte van Obiou te trekken. Enkel de echte 'Die hards' blijven over. Daan en Bert zien het niet meer zitten. Om de kans op succes te verhogen plan ik een extra dag. Geen 4 maar 5 dagen. En om de kans nog wat te vergroten om ook eens een blik te kunnen werpen aan de oostelijke kant wandelen we in omgekeerde richting. Daardoor zitten we al de eerste dag aan de andere kant. Wat kan er nu nog fout lopen?

We vertrekken 's morgens vroeg en zullen de eerste nacht slapen op de kleine camping. Enkele honderden meters voor de camping moeten we over een smal brugje. 2 vrachtwagens met een gigantische lading zijn ons voor. De eerste staat aan de andere kant van de brug voor we er erg in hebben. De tweede schat zijn bocht verkeerd in waardoor hij terug achteruit moet. Na enkele keren weg en weer zit de vrachtwagen compleet vast. Alles wordt stil, er beweegt niets meer. Toch maar eens een blik werpen wat het probleem kan zijn. De chauffeur van de eerste vrachtwagen komt met zijn handen in de lucht naar mij toegerend. Zijn collega wilde uitstappen maar gleed uit. Hij ligt hevig bloedend enkele tientallen meters lager op de keien in het water. Iets terug had ik een politiewagen gezien en leg uit dat ik hulp zal halen. Daar zijn inderdaad 2 agenten aan het oefenen op een rotswand. Beide komen ter hulp. Het duurt 3 uur voordat de chauffeur met een helicopter weggebracht kan worden.

De man zo op de rotsen zien liggen doet mij huiveren. Stel dat wij ergens naar beneden vallen, wat dan?

Uiteindelijk komen we iets later dan verwacht aan op de camping. We installeren ons voor een gezellige avond. Later op de avond gaan we nog eens te voet gaan kijken naar de brug. Niets doet blijken wat hier enkele uren geleden is gebeurd.


Dag 2

Zoals altijd loopt de wekker af om 6:00. Het is nog geen half acht of we staan met de wagen op de parking, klaar om te vertrekken. Om echt vanaf de eerste seconde nieuwe paden te bewandelen gaan we niet via Col de la Croix naar Lac du Lauzon maar via Ravin du Fleyrard en Cabane du Fleyrard. Het laatste stukje vanaf de cabane gaat nogal steil omhoog. Maar daar hebben we al ervaring mee. Vanaf het meertje moeten we opnieuw recht omhoog tot aan Col de Charnier. Eindelijk! Een blik op de oostelijke kant. Prachtig. In de verte besneeuwde bergtoppen. Hier eten we ons middagmaal zodat we nog langer kunnen genieten van het landschap. Voor de eerste keer proberen we iets nieuws. Geen 2 warme maaltijden per dag, maar slechts 1. Het middagmaal houden we eenvoudig. Ik heb musli mee, Lisa Cornflakes in alle mogelijke variaties. Hierdoor winnen we enorm veel tijd. Een beetje water, een schepje melkpoeder en musli. Lekker is het niet maar het is eten.

Na de middag blijven we dalen tot in Le Grand Villard. Volgens mijn boekje is daar een camping. Indien mogelijk zouden we daar een deftige maaltijd eten. Hoe dichter we naderen hoe meer ik mij afvraag of er wel een camping is. Normaal verwacht je rond een camping toch een beetje beweging. Niets van dat alles. Aangekomen op de 'camping' zien we geen enkele tent of caravan. Een verlaten vijver met bijgebouw. Een man is aan zijn tractor aan het werken.

- "Waar is die camping?"
- "Camping? Haha, die is al 10 jaar gesloten."
- "Mogen we blijven slapen?"
- "Hmm, vraag dat maar eens aan de dame in de bar."

Een bar! Dat is toch al iets. De camping blijkt inderdaad al 10 jaar gesloten te zijn. Er is enkel nog een visvijver met cafetaria. We mogen blijven slapen, geen probleem. Het sanitair, of wat er van overblijft, mogen we gebruiken. Prachtig. Tijd voor iets fris.


Dag 3

's morgens vroeg is het redelijk warm. Om de camping te bereiken moesten we iets van de route afwijken. Om er terug op te geraken moeten we recht omhoog. Na een half uur zijn we al doodmoe en we moeten er nog aan beginnen. Villard Joli is het laatste dorp voor de komende dagen. Nu volgt er een oude gletsjerbodem. Weinig schaduw, veel zon. In de verte zien we al Grande Tête de l'Obiou boven alle andere bergen uitsteken. Hier en daar is het niet eenvoudig om de juiste weg te volgen. Op de col van Les Aiguilles du Mas zijn we dan toch de eerste keer verkeerd gelopen. Niet erg, gewoon de helling op. Iets verder is het weer van dat, maar nu moeten we de helling recht naar beneden. In de buurt van Pre Rond vinden we eindelijk een beetje schaduw voor het middagmaal.

Terug uit het bos zien we voor ons Col des Faïsses. Zeer herkenbaar. Met Google Earth is deze col gemakkelijk terug te vinden. In 3D kun je zelfs virtueel rond lopen. Iets wat ik meermaals gedaan heb tijdens de voorbereiding. Na Combe du Loup moeten we enkel nog zigzag naar boven. Op de col wilen we de tent 2 dagen laten staan zodat we met een dagrugzakje naar de top kunnen klimmen. Groot is mijn verbazing om daar een propere blokhut te zien. Geen twijfel mogelijk, dit wordt ons verblijf voor de volgende 2 nachten.

Iets later op de avond komen er 2 wagens parkeren voor de blokhut. 3 Fransen willen morgen ook naar boven klimmen. In feite is er plaats genoeg voor 5 mensen maar ze beslissen om te slapen in hun tent. Ze zouden wel graag in de blokhut eten. Geen probleem. Wij zitten daar doodmoe te stinken op een bank terwijl de 3 luxe klimmers zich vol vreten voor morgen.


Dag 4

Hoe de verdere trektocht ook mag verlopen, een klim naar de top zal eindelijk gebeuren. Het is stralend weer en de 3 Franse klimmers vertrekken iets voor ons. We waren eerst van plan om enkel het materiaal in de hut te laten dat we echt kunnen missen. Uiteindelijk doen we het omgekeerd en nemen enkel mee wat we echt niet kunnen missen. Tent, pomp, slaapzak en weet ik nog veel wat blijven in de hut. Hopelijk zullen we ons dat niet beklagen.

De wandeling start rustig richting Pas de Vallon. Daarna wandelen we in weidegras. Dat ziet er eenvoudig uit. Eenmaal aangekomen aan Combe du Petit Oubiou ziet het er totaal anders uit. Er staan handige rode strepen geschilderd op de rotsen. Toch is het opletten geblazen. Voor ons een enorme rotswand waar geen pad te bespeuren is. Hoe dichter we naderen hoe meer het duidelijk wordt dat we recht omhoog moeten klimmen. Op het laatste stukje voor de col tussen Le Petit Obiou en Grande Tête de l'Obiou valt een stuk rots naar beneden. Ik kan Lisa nog waarschuwen maar de steen ketst af op haar elleboog. Gelukkig niet op haar hoofd maar de schaafwonde ziet er niet al te best uit. Op de col haal ik mijn EHBO set uit. Iets dat ik al jaren meesleur en eindelijk eens kan gebruiken. Natuurlijk had ik het liever niet nodig gehad. Op slag is de sfeer gebroken en we beslissen niet meer verder te klimmen. Tijd voor onze aperitief.

De afdaling verloopt niet vlekkeloos. Het is opletten geblazen maar het lijkt doenbaar. Lisa blokkeert echter. Net op tijd is een militaire eenheid uit Gap ook aan de afdaling begonnen. Ze halen hun splinternieuwe touw uit en helpen Lisa naar beneden. Voor hen een leuke oefening.

Na dit avontuur rusten we wat uit en genieten van het landschap voordat we terug naar de blokhut gaan. In de blokhut vinden we gelukkig al ons materiaal nog terug.


Dag 5

We zijn nu al 4 dagen aan het stappen maar van vermoeidheid is geen sprake. Wel raken we verwend door die blokhut en hopen op het einde van de dag opnieuw te kunnen slapen in Chalet de Bachilianne. Afwachten.

We dalen tot aan Cabane de Crève-Coeur. Daar zijn werken bezig. De weg is duidelijk terug te vinden maar de richting klopt langs geen kanten met de kaart. Na zo'n 500 meter keren we terug. Tweede poging, in westelijke richting. Ditmaal klopt het. Het is een leuke wandeling met af en toe zicht op Obiou. Voordat we ons aan Forêt Domaniale de l'Obiou wagen vullen we de watervoorraad opnieuw aan. In het bos volgt een serieuze klim en plots ben ik de weg kwijt. Ik gok enkele keren welke richting ik moet volgen en 's middags komen we exact op de juiste plaats uit. Wat een wonder! Of zou de ervaring toch beginnen doorwegen?

Na de middag volgt een verharde weg. Een beetje aan de saaie kant. Maar we kunnen hoeken afsnijden waardoor het opnieuw leuk wordt. Iets voor de chalet vullen we voor de laatste keer onze watervoorraad bij en moeten nu verder in de kokende zon. Geen schaduw meer. Het chalet zelf ziet er veel te proper uit om waar te zijn. Er liggen zelfs zonnepanelen op het dak. Een dame legt ons uit dat dit privé is. Maar we mogen wel onze tent opzetten en krijgen zoveel water van haar als we nodig hebben. Vriendelijke mensen die in de bergen wonen.

In de verte zien we op Col de l'Aiguille een paaltje staan. Vanaf daar zullen we morgen terug op bekend terrein aankomen. In de verte zien en horen we echter donderwolken. Gelukkig blijft dit ver van ons.


Dag 6

Het ontbijt nuttig ik buiten de tent terwijl ik geniet van de zon die langzaam boven de bergen schuift. Dit is de laatste dag aan oostelijke kant. Vanaf hier gaan we terug naar de wagen.

Het is een stevige klim naar Col de l'Aiguille, 1966 meter hoog. Een magisch getal! We herkennen ons meteen, ook al zijn we nog nooit tot hier geraakt. Er volgt een gemakkelijk stuk, bijna vlak. Als dit zo blijft zullen we snel aan de wagen zijn. Maar het blijft niet zo. Meerdere malen moeten we langs de bergflank over losliggende rotsen. Onder ons zien we Refuge de Rochassac. De vorige twee trektochten moest dit het eindpunt worden van de eerste dag. Nu hebben we dit niet nodig. Iets verder moeten we over sneeuw en ijs. Hiervoor hebben we totaal geen uitrusting mee. Uitglijden betekent honderden meters naar beneden. 's Middags komen we aan op het punt waar we vorig jaar rechtsomkeer moesten maken. Hier eten we en genieten van het feit dat we al zover zijn geraakt. In een half uur tijd verandert de lucht van staalblauw naar bewolkt, af en toe zitten we in de mist. Het rommelt in de verte. We dalen naar punt 1717, ook al een magisch getal, maar dan voor Lisa, die is namelijk 17 jaar oud. De weg naar beneden vinden we niet in 1 2 3 en het wordt steeds donkerder. Iets voor Baraque Forestiere de Pravert begint het te gieten. Het wordt lopen naar de blokhut. Net op tijd. De hele avond blijft het regenen. Gelukkig zitten we binnen.


Dag 7

Laatste dag. Jammer! De lucht is overtrokken. De grond is nat en vuil. Gelukkig regent het niet meer. De weg kennen we al en in vlotte tred wandelen we richting auto. Rond 11:00 trekt de lucht open en stijgt de temperatuur. Iets voor Col de la Croix steekt een rivier de weg over. Hier nemen we een pauze om voor de allerlaatste keer te eten.

We stinken uren in de wind en door de drassige grond waar we deze morgen door moesten zijn onze kleren enorm vuil. De dagjesmensen die we tegen komen kijken ons lachend aan. 1 man wil iets zeggen maar ziet ons zo afzien dat hij blijkbaar niet durft te spreken. Op de parking voelen we ons als vreemden. Er is veel volk en iedereen ziet er properder uit dan wij.

We zijn klaar om terug huiswaarts te keren. Maar op de camping komt de dame pas 's avond haar ronde doen om geld op te halen. We parkeren ons naast de sanitaire blok, nemen een heerlijke douche en kunnen proper en fris gewassen vertrekken. Vertel dit vooral niet verder.


Evaluatie

Zonder twijfel de meest geslaagde trektocht ooit. Spijtig van het voorval net voor de beklimming. Maar nu hebben we nog een reden om ooit eens terug te keren.